Breeding Standard Evaluation (bse.be)

NBRC – National Belgian Rottweiler Club vzw

Breed Standard Evaluation / BSE.be

Zuchttauglichkeitsprüfung / ZTB.nbrc

 

NBRC – National Belgian Rottweiler Club vzw Breed Standard Evaluation / BSE.be ZTP.nbrc

De eigenaar van een Rottweiler gefokt volgens de fokregels kan zijn/haar hond inschrijven voor een BSE/ZTP indien de hond op de dag van de test ten minste 18 maand oud is en niet geweigerd wordt om deel te nemen aan shows of tests. Om deel te nemen aan een ZTP moet je geslaagd zijn voor een BH.

Om in te kunnen schrijven voor een BSE moet een formulier ingevuld worden en bezorgd worden aan de verantwoordelijke van het evenement. Volgende documenten moeten bijgevoegd worden:

A) kopie van de stamboom

B) kopie van het medisch attest voor de heupen/ellebogen/OCD/DCM/JLPP uitgevoerd door een organisatie die erkend is door de FCI.

C) kopie van de huidige lidkaart van de NBRC (indien er meer dan 1 eigenaar is, volstaat een kopie van 1 kaart. NBRC-leden krijgen korting.

D) Indien een hond de BSE/ZTP herhaalt, dienen alle uitslagen van eerdere tests bijgevoegd worden. E) Een duidelijk leesbare kopie van het werkboekje voor honden die deelnemen aan een ZTP.

De eigenaar van de hond is verantwoordelijk voor mogelijke schade.
Het chipnummer/de tattoo van de hond moet duidelijk leesbaar zijn voor de keurmeester.
Zieke honden mogen niet aangemeld worden. De organisator moet ervan op de hoogte zijn indien een teef loops is om hun deelname goed te coördineren.

Procedure: BSE/ZTP

ALGEMENE RICHTLIJNEN:

De BSE (Breed Standard Evaluation) is onderverdeeld in 2 delen.

De ZTP (Zuchttauglichkeitsprüfung) bestaat uit drie onderdelen.

De bedoeling van het eerste deel is om de verschijning van de hond te observeren en hoe die overeenstemt met de officiële rasstandaard van de FCI. Daarnaast wordt het ook gebruikt om te kijken of zijn temperament overeenkomt met het ras. Enkel de honden die slagen, mogen voortdoen en deelnemen aan het tweede deel. Het tweede deel wordt uitgevoerd om het zelfvertrouwen van de hond te testen en zijn gedrag in verschillende situaties te observeren om er zeker van te zijn dat de Rottweiler nog steeds geschikt is om te werken, te sporten of als familiehond. De honden die deelnemen aan de ZTP moeten slagen voor deel 1 en 2 vooraleer ze kunnen deelnemen aan het derde deel (drive, actief gedrag, verdediging).


Aan het begin van de BSE/ZTP komen alle begeleiders met hun hond samen in de testring waar de keurmeester het belang van deze testmethode uitlegt – het is een middel om de prestaties van de Rottweiler als ras te behouden en te versterken. Er wordt uitleg gegeven over het idee achter en het doel van de gebruikte tests om het temperament en zelfvertrouwen te bepalen alsook zijn gedrag wanneer hij ingezet wordt voor activiteiten. Alle begeleiders moeten gedurende de uitleg bij hun hond blijven in de ring.

VOORKOMEN:

Eerst wordt het voorkomen van de hond in stilstand en in beweging beschreven. Zelfs in dit stadium kan de keurmeester eerste karaktertrekken herkennen. Daarna rondt de keurmeester zijn beeld af door met de eigenaar te babbelen over hoe de hond gehouden wordt, hoe hij werd grootgebracht en welke invloed de omgeving had. Alle officiële afmetingen, oogkleur en beet en gebit alsook het algemeen voorkomen worden ingevuld op het evaluatieformulier.

Oogkleur: De keurmeester bepaalt de exacte kleur van de ogen door het gebruik van een speciale kleurkaart en beschrijft ze in combinatie met cijfers en letters van 1a tot 4a. Een 4b, 5 of 6 betekent dat de hond niet in aanmerking komt voor de fok.

Beet en gebit: Ingeval een tand ontbreekt op het moment van de BSE moeten er twee afzonderlijke rapporten (bijvoorbeeld op een show of onderzoek van het nageslacht) van raskeurmeesters voorgelegd worden waarin bevestigd wordt dat er geen tanden ontbraken op dat moment om te tellen als een volledige set tanden. Bij de datum van uitgifte moet de hond minimum 8 maand oud geweest zijn. De uitspraak verwijst naar de snijtanden en hondentanden, kiezen zijn vrijgesteld.

Bij gebrek aan showverslag kan er ook rekening gehouden worden met een medisch verslag van een tandspecialist

GEVOELIGHEID VOOR GELUID:

De gevoeligheid aan geluid van de hond wordt in een rustige omgeving getest alsook hoe de hond
reageert op mensen die zich rustig bewegen.
De keurmeester vuurt 2 schoten af met minimum 5 seconden ertussen terwijl de hond richting de
groep mensen wandelt. Indien de HD op het eerste schot reageert, of indien de HD een reactie
vertoont, moet hij zich onmiddellijk herpakken. De HG krijgt de instructie van de keurmeester om de
lijn van de hond te doen en te laten zitten. Alleen dan kan de test vervolgd worden. Indien de hond
opnieuw reageert, wordt hij gediskwalificeerd. HD’s die overgevoelig zijn voor geluid kunnen niet
slagen voor de BSE/ZTP.

REACTIES TEGENOVER VRIENDELIJKE PERSONEN:

A) De begeleider wandelt vrij met de hond (hond aan de leiband maar niet onder appel) door een groep van ongeveer 10 personen. De groep beweegt.

B) Na ongeveer 2 minuten wordt de leiband afgedaan. De begeleider herhaalt A, enkel heeft de hond geen leiband aan deze keer.

C) De begeleider wandelt met de hond (aan de leiband) tussen twee rijen mensen. Aan het eind van de rij komen de personen dichter bij mekaar en wordt de doorgang smaller. Sommige personen zullen lawaai maken met een plastic fles gevuld met steentjes.


Tijdens alle onderdelen zou de hond zich vrij en open moeten gedragen, ook wanneer de groep dichter bij de hond komt die naast de begeleider zit. De hond moet voldoende zelfvertrouwen tonen en een voldoende hoge drempel voor angst en agressie.

De drift van de hond wordt door een vreemde getest. Bijvoorbeeld door de hond te provoceren met een mouw of door de hond uit te nodigen met een speelgoed (bijtzak/bijtworst) te spelen.

Fouten die aanleiding geven tot diskwalificatie: grote reactie vanwege angst, overdreven zenuwachtigheid, te snel of overdreven agressief zonder dat hij voldoende snel kalmeert.

Uitvoeringsvoorwaarden voor een ZTP (deel 3)

1: Revieren

2: Aanblaffen en bewaken

3: Vluchtverhindering

4: Verdediging van de HD uit de bewakingsfase

5: Aanval van de HD uit de beweging

Algemene vereisten:
Op een geëigende plaats zijn aan de langste zijden van het terrein, 6 verstekken, 3 aan iedere zijde opgesteld.

De PW dient in volledig PW‐kleding, jas, broek, bijtarm en soft stok uitgerust te zijn. De bijtarm dient met een overtrek van jute in natuurkleur te zijn vervaardigt. Wanneer het voor de PW noodzakelijk is de HD in het gezichtsveld te houden dient hij niet absoluut stil te staan. Hij zal echter nooit een dreigende houding aannemen en geen afwerende bewegingen maken. Hij dient met de bijtarm zijn lichaam te beschermen. De manier waarop de HG de PW de stok afneemt, wordt aan de HG over gelaten.
Dezelfde PW moet met iedere hond werken. Een andere PW moet ingeschakeld worden voor de hond van de PW of die van zijn familie.
HD die niet onder appel staan van de HG, HD die na een verdedigingsoefening niet onder appel staan of waar de HG moet ingrijpen zodat de HD loslaat, HD die in andere lichaamsdelen bijten ipv in de bijtarm worden gediskwalificeerd.
HD die niet slagen voor de verdedigingsoefening of die niet gehoorzamen, voor hen is de ZTP ten einde. Als de HD meer dan 1x verder dan 5 meter van de PW weggaat tijdens de oefeningen 2-5, wordt deze gediskwalificeerd. De reden van diskwalificatie moet op het ZTP examenformulier vermeld worden.


1: Revieren

a) Commando’s

MB voor, "Revier", "Hier", (Het MB "hier" kan met de naam van de HD verbonden zijn).

b) Uitvoering:

De PW bevindt zich, voor de HD niet zichtbaar, in het laatste verstek. De HG neemt met zijn aangelijnde HD tussen het vierde en het vijfde verstek plaats, zodanig dat twee zijslagen mogelijk zijn. Op aanwijzing van de AK lijnt de HG zijn HD af en vangt de afd. C aan. De HG is vrij om te kiezen om zijn hond al dan niet aan te lijnen om naar het startpunt te gaan. Op een kort MB voor het revieren en een visueel teken met de rechter‐ of de linkerarm welke herhaald mogen worden, moet de HD zich snel van de HG verwijderen en doelmatig het vijfde verstek omlopen. Als de HD het verstek heeft omlopen roept de HG met een MB, hier, (dit MB kan met de naam van de HD vergezeld gaan), de HD in zijn richting en stuurt hem met een nieuw MB, revier, in de beweging naar het verstek met de PW. De HG beweegt zich in normale pas over de denkbeeldige middenlijn, welke hij tijdens het revieren niet mag verlaten. De HD moet zich steeds voor de HG bevinden. Als de HD het verstek bereikt heeft moet de HG blijven stilstaan. MB en zichtbare tekens, zijn op dat ogenblik niet meer toegestaan.

c) Beoordeling:

Inbreuken tegen de richting, snel en doelmatig naar het verstek lopen alsook kort en aandachtig rond het verstek lopen worden navenant beoordeeld. Indien de HD er bij de derde poging niet in slaagt de PW in het laatste verstek te vinden, wordt de oefening beëindigd. Rond verstek 5 gaan, is niet verplicht. Het heeft enkel effect op de uitslag.

2: Aanblaffen en bewaken

a) Commando’s

MB voor: "Hier", "Voet".

b) Uitvoering:

De HD moet de PW actief en opmerkzaam bewaken en aanhoudend aanblaffen. De HD mag de PW niet aanstoten, aanspringen of bijten. Op aanwijzing van de AK gaat de HG, na een aanblaf periode van ongeveer 20 sec. tot op 5 passen van het verstek. Op aanwijzing van de AK roept de HG zijn HD aan de voet. Als alternatief mag de HG de HD bij zijn halsband nemen.

c) Beoordeling:

Inbreuken tegen het aanhoudend gewenst aanblaffen en intensief bewaken tot het MB, onbeïnvloed door de AK of de aankomende HG, leiden tot punten aftrek. Verlaat de HD de PW voor de AK de aanwijzing aan de HG gegeven heeft om de middenlijn te verlaten, dan kan de HD opnieuw naar de PW gestuurd worden. Blijft de HD hierna bij de PW dan kan afd. C worden voortgezet. Laat de HD zich niet meer naar het verstek toe sturen of verlaat hij de PW opnieuw, dan moet de afd. C worden afgebroken. Komt de HD de HG bij het naderen van het verstek tegemoet dan geldt de 5-meterregel.

3: Vluchtverhindering

a) Commando’s

MB voor: "Volgen" – "Af" – "Los"
b) Uitvoering:

Op aanwijzing van de AK vordert de HG de PW uit het verstek. De PW begeeft zich in normale pas naar een gemarkeerd punt. Op aanwijzing van de AK begeeft de HG zich met zijn vrij volgende HD of ook aan de halsband, naar een gemarkeerd punt voor de vluchtpoging waar de HD af moet liggen.
De afstand tussen de HD en de PW bedraagt 5 passen. De HG laat zijn, liggende, bewakende HD achter en begeeft zich naar het verstek, stelt zich zodanig op dat er zichtcontact blijft tussen hem, zijn HD, de PW en de AK. Op aanwijzing van de AK onderneemt de PW een vluchtpoging. De HD moet zonder te twijfelen, overtuigend, energiek werkzaam de vluchtpoging verijdelen. Hiertoe mag hij enkel in de beschermde bijtarm bijten. Op aanwijzing van de AK neutraliseert de PW stil. De HG kan binnen een redelijke tijd, zelfstandig, een MB geven. Lost de HD niet op het eerste, geoorloofde MB, dan kan hij op aanwijzing van de AK twee bijkomende MB geven. Laat de HD na het eerste en de twee bijkomende bevelen niet los, dan volgt Diskwalificatie. Tijdens het geven van het MB los, dient de HG rustig op zijn plaats te blijven zonder inwerking op de HD. Na het lossen dient de HD dicht bij de PW te blijven en deze opmerkzaam te bewaken.

c) Beoordeling:

Inbreuken tegen de belangrijke beoordelingscriteria leiden tot punten aftrek, deze zijn, snel en energiek reageren op de vlucht, achtervolgen en met snelle krachtige en rustige beet, tot het lossen, opmerkzaam bewaken dicht bij de PW. Blijft de HD liggen of heeft de HD binnen 20 passen de vlucht nog niet verijdeld door in te bijten, dan wordt afd. C afgebroken.

4: Verdediging van de HD uit de bewakingsfase

a) Commando’s

MB voor: "Los", "Voet"

b) Uitvoering:

Na een bewakingsfase van ca. 5 sec, onderneemt de PW op aanwijzing van de AK een overval op de HD. De HD moet, zonder inmenging van de HG door krachtig en energiek inbijten verdedigen. Hiertoe mag hij enkel in de beschermde bijtarm bijten. Er worden twee tests door stokbelasting doorgevoerd. Er mogen enkel stokbelastingen gegeven worden op de rug en de schouders. Op aanwijzing van de AK neutraliseert de PW stil. Na het neutraliseren van de PW moet de HD na een overgangsfase lossen. De HG kan een MB voor het lossen, binnen een redelijke tijd, zelfstandig, geven. Lost de HD niet op het eerste, geoorloofde MB, dan kan hij op aanwijzing van de AK twee bijkomende MB geven. Indien de HD niet loslaat na het tweede bevel, krijgt de HG de mogelijkheid 5 passen dichter te gaan om een nieuw bevel te geven. Laat de HD na het eerste en de twee bijkomende bevelen niet los, dan volgt Diskwalificatie. Tijdens het geven van het MB los, dient de HG rustig op zijn plaats te blijven zonder inwerking op de HD. Na het lossen dient de HD dicht bij de PW blijven en deze opmerkzaam te bewaken. Op aanwijzing van de AK gaat de HG op normale wijze en in rechte lijn, naar zijn HD. Hij neemt de grondstelling in met het MB Voet. De softstok wordt de PW niet afgenomen. De HG staat vrij om te kiezen of hij de HD aan de leiband of los volgend naar het startpunt van de oefening te gaan.

c) Beoordeling:
Inbreuken tegen de belangrijke beoordelingscriteria leiden tot puntenaftrek: Snel en krachtig inbijten, volle en rustige beet tot het lossen, na het lossen opmerkzaam bewaken dicht tegen de PW. Houd de HD onder de belasting en de druk van de PW niet stand dan is afdeling C af te breken.

5: Aanval van de HD uit de beweging

a) Commando’s

MB voor: "Zit", "Vast", "Los", "Volg"

b) Uitvoering:

Er wordt aan de HG met zijn HD een gemarkeerd punt aangewezen, ter hoogte van het eerste verstek op de middenlijn van het terrein. De HD kan aan de halsband vastgehouden worden maar mag niet aangemoedigd worden. Op aanwijzing van de AK komt de met een softstok voorziene PW uit een verstek en wandelt naar de middenlijn. Dan loopt de PW naar de HG met zijn HD toe, en valt deze onder het uiten van dreigende geluiden en het uitvoeren van, heftige dreigende gebaren, frontaal aan. Zodra de PW de HG met zijn HD tot op 40 passen genaderd is, geeft de HG, op aanwijzing van de AK, zijn HD vrij. Na het MB, vast, moet de HD door energiek en krachtig inbijten de aanval afweren. Hij mag daarbij enkel op de toegelaten plaats bijten. De HG mag in geen geval zijn plaats verlaten. Op aanwijzing van de AK neutraliseert de PW. De HD moet na een overgangsfase loslaten. De HG kan binnen een redelijke tijd, zelfstandig, een MB voor los geven.
Laat de HD na het tweede MB, krijgt de HG de mogelijkheid om 5 stappen dichter te gaan om een derde MB te geven. Laat de HD na het eerste en de twee bijkomende bevelen niet los, dan volgt Diskwalificatie. Tijdens het geven van het MB los, dient de HG rustig op zijn plaats te blijven zonder inwerking op de HD. Na het lossen dient de HD dicht bij de PW te blijven en deze opmerkzaam te bewaken. Op aanwijzing van de AK gaat de HG op normale wijze rechtstreeks, naar zijn HD. Hij neemt de grondstelling in met het MB Voet. De softstok wordt de PW afgenomen. Op aanwijzing van de AK, wordt de HD aangelijnd. Er volgt een zijtransport van de PW naar de AK over een afstand van 20 passen. Een MB voor volg is toegestaan. De HD moet aan de rechterzijde van de PW lopen, zodanig dat de HD tussen de PW en de HG loopt. De HD mag tijdens dit zijtransport de PW niet hinderen noch inbijten. Voor de AK wordt halt gehouden, de HG geeft de softstok aan de AK en meld dat afd. C beëindigd is.

c) Beoordeling:

Inbreuken tegen de belangrijke beoordelingscriteria leiden tot puntenaftrek: Snel en krachtig inbijten, volle en rustige beet tot het lossen, na het lossen opmerkzaam bewaken dicht tegen de PW.